Kasteel te Liedekerke

De heerlijkheid Liedekerke

Na het uiteenvallen van het Karolingische Rijk brokkelde het centrale gezag af en ontstonden in de Nederlanden een aantal onafhankelijke vorstendommen (Vlaanderen, Brabant, …). Binnen deze vorstendommen verleenden de vorsten het lokaal gezag, de zogenaamde heerlijke rechten, binnen een bepaald territorium, de zogenaamde heerlijkheden, aan lokale heren.
Op een boogscheut van het gemeenteplein van Liedekerke, tussen de oude en de nieuwe Dender, bevindt zich een blijkbaar kunstmatige heuvel, Kasteelberg geheten.
Hoewel de benaming het zelf zegt en de er langs lopende straat sinds lang Kasteelstraat heet, zijn er nog altijd mensen die twijfelen aan het vroegere bestaan van het Kasteel dat er zich eeuwen lang plechtstatig verhief. Het heerste niet alleen over Liedekerke en Denderleeuw, maar over de hele streek. 
Maar zo grondig is de vernieling geweest, zo weinig overleveringen tot ons doorgedrongen, zo weinig oorkonden overgebleven, dat mensen gaan twijfelen aan het bestaan van het eens zo beroemde kasteel van Liedekerke.
 

 

Waarom twijfelen aan het vroegere bestaan van het kasteel? 

Is daar niet de afbeelding uit de jaren 1600 die men aantreft in de Flandria IlIustrata van Sanderus? Sanderus was een Vlaams geleerde, geboren in 1586 in Antwerpen, overleden in 1664 in Affligem,en aldaar in de abdij begraven. Hij was kanunnik in Ieper en werd beroemd om zijn Flandria Illustrata.
 
Bij het begin van de 2e wereldoorlog, van september 1939 tot mei 1940, moesten gemobiliseerde soldaten loopgrachten graven o.m. op Kasteelberg. Op die manier legden zij ongewild de grondvesten bloot van de grote ronde uitkijktoren. Ook nog andere grondvesten van het kasteel kwamen weer van onder de aarde tevoorschijn. 

Als we dwars door de heuvel van Kasteelberg konden kijken, zouden we verwonderd zijn over uitgebreide grondvesten, gedempte kelders, gangen en andere onderaardse plaatsen omringd door dik en stevig metselwerk.
Zullen deze ondergrondse resten nog ooit het daglicht zien? De kans tot grondafvoer of opgraving is niet meer aan de orde sinds Dr. Blancke in de jaren 70 van vorige eeuw op de heuvel een woning met bijgebouwen liet oprichten en de omgeving een sierlijk uitzicht bezorgde. Maar in zijn tuin zijn er wel nog bovengrondse overblijfselen van het kasteel te zien.


Hoe zag het kasteel eruit ?
Dit is hoe de geschiedschrijvers De Potter en Broeckaert het beschreven, toen het zijn grootste luister bezat (eind 16e, begin 17e eeuw): 
« ... Een grote vierkante blok gebouwen, rondom in het water, met twee zware hoektorens langs de kant van de Dender en een andere veel hogere ronde toren die de hoek schijnt te hebben uitgemaakt van de rechtervleugel, naar de straat toe. Aan de tegenovergestelde zijde, door een muur van de zo even gemelde toren afgesloten, had men onder meer andere gebouwen, de kapel van het slot. Een zware monumentale poort gaf toegang tot het kasteel.» …

Deze beschrijving komt min of meer overeen
met de afbeelding van Sanderus hierboven afgebeeld.

Het kasteel van Liedekerke was een versterkte burcht. De hoektorens en zijmuren waren voorzien van schietgaten. Op de hoogste toren was er de uitkijkpost van waaruit de omgeving werd geobserveerd. Niet alleen waren de buitenmuren omringd door water; een tweede watergordel omsloot de gebouwen in een wijdere cirkel, die langs de oostelijke zijde, tot aan de Kasteelstraat reikte. 
Hierdoor waren er twee ophaalbruggen; een voor de buitenste wallen van de straat naar de ingangspoort, en een tweede hogere en grotere, die de aan het kasteel rakende wallen overbrugde.
Al deze waters werden gevoed door een beek komende van de Dender. Ze werd de Broebelaar genoemd.
Zo zag het kasteel er dus uit tot 500 jaar geleden. Hoe het er uitzag in nog vroegere eeuwen weten wij niet, er is geen enkele afbeelding uit die tijden overgebleven.
 
Tot 1795, toen de heerlijke rechten door de invoering van de Franse wetgeving werden afgeschaft, maakte Liedekerke deel uit van het graafschap Vlaanderen en waren de Heren van Liedekerke de lokale machthebbers. 
Tot het midden van de 12e eeuw was de heerlijkheid Liedekerke eigendom van het eerste geslacht van plaatselijke heren die de naam ervan droegen. Nadien ging de heerlijkheid achtereenvolgens over op de families van Gavere, Vilain, Hannaert en de Boussu. 
In de jaren na de Franse revolutie bleef het zo goed als onbewoond. 
De inboedel van het kasteel werd net als de bezittingen van kerken en edellieden in beslag genomen. De goederen werden aan spotprijzen verkocht of ten geschenke gegeven aan vreemde aanhangers van de Franse republiek. Nadien geraakte het kasteel hoe langer hoe meer in verval.  Uiteindelijk werd het steen voor steen gesloopt door de plaatselijke bevolking. Mensen recycleerden de stenen om er hun huizen of schuren mee te bouwen.

Wie nog meer info wil over de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners verwijzen we graag naar het boek “Liedekerke, van vroeger tot nu” van Maurits Bronselaer.

Opgraving van de grondvesten
van het kasteel van Liedekerke 1984-1985
door ondermeer Jef Geeraerts,  Etienne De Reuse,  
Paul Van den Borre, Paul De Bisschop, ...

   
   
template by JStemplates.com
UA-57645190-1